Genieten en groeien

MET DE JUISTE
BEGELEIDING!

Begeleiding

Ieder kind is anders en ieder kind verdient passende begeleiding. Met de ouders/verzorgers wordt een uitgebreid intakegesprek gevoerd en via intakeformulieren wordt zoveel mogelijk informatie van het kind verstrekt. Ook wordt het kind de eerste malen op de boerderij door de begeleiding geobserveerd.

Met al deze informatie wordt een begeleidingsplan geschreven, waarin naar voren komt hoe het kind begeleid wordt en aan welke leerdoelen met het kind gewerkt wordt. Leerdoelen kunnen onder andere betrekking hebben op sociale vaardigheden, emotionele vaardigheden en persoonlijke verzorging. Over de ontwikkeling van het kind worden rapportages gemaakt en de begeleidingsplannen worden jaarlijks met de ouders/verzorgers geëvalueerd en bijgesteld.

Methodieken

Kinderen op Stap hanteert een warme begeleidingsstijl. Kernwaarden in de begeleiding zijn zorgzaamheid, veiligheid, liefde en respect. Verder worden verschillende methodieken ingezet. Deze zijn hieronder kort beschreven. 

Basic Trust

De basismethode die ingezet wordt bij Kinderen op Stap is de Basic Trust-methode. Deze methode is erop gericht kinderen basisvertrouwen te geven; vertrouwen in zichzelf en vertrouwen in de ander. Wanneer een kind basisvertrouwen heeft, kan het zich op andere gebieden beter ontwikkelen. Door allemaal dezelfde taal te spreken vanuit de Basic Trust-methode, laten begeleiders het kind zien dat het gezien, gehoord en geaccepteerd wordt. Het kind mag er zijn en wordt serieus genomen. De Basic Trust-methode sluit goed aan bij kinderen met trauma en hechtingsproblematiek, maar zeker ook bij kinderen met autisme, ontwikkelingsachterstand of andere problematiek. Dit omdat het een veilige, rustige en duidelijke begeleidingsstijl is waarmee veel begrip wordt getoond voor ieder individu.

Geef me de 5

Bij de ‘Geef me de 5’ methode wordt ervan uitgegaan dat wanneer een kind boos of verdrietig wordt, dit meestal als oorzaak heeft dat er iets niet duidelijk is voor het kind. Het doel is daarom ook om het leven om het kind heen duidelijk te maken. Dit wordt gedaan door uitleg te geven op ‘de vijf’, namelijk wie, wat, waar, wanneer en hoe. Eventueel kan het waarom daarbij uitgelegd worden. Op de zorgboerderij worden situaties zo duidelijk mogelijk uitgelegd aan een kind en wordt de puzzel waar ‘de vijf’ op staan, gebruikt om
een situatie te verhelderen.

Brainblocks

Op de zorgboerderij zijn wij gecertificeerd in het geven van Brainblocks. Brainblocks is een communicatiemiddel om met een kind met autisme te praten over autisme. Het is een beeldend middel dat het kind helpt zichzelf – in relatie tot anderen – beter te begrijpen. Wat werkt er bij hen anders dan bij mensen zonder autisme? Welke gevolgen heeft dat voor hun functioneren in het dagelijks leven? Hoe ga je daarmee om? Et cetera. Door Brainblocks krijgt het kind met autisme handvatten om het eigen perspectief te verduidelijken en krijgen anderen inzicht in hun gedrag. Op de boerderij wordt Brainblocks ingezet bij kinderen die verduidelijking nodig hebben of geïnteresseerd blijken in Brainblocks.

Vlaggensysteem

Bij Kinderen op Stap wordt gewerkt met het Vlaggensysteem; een  methode waarmee de begeleiding seksueel gedrag kan inschatten en hier gepast op kan reageren. Met het vlaggensysteem kan:

  • het gedrag van kinderen, jongeren en volwassenen objectief worden ingeschat;
  • seksueel gedrag besproken worden met de betrokkenen en professionals;
  • binnen het team afgestemd worden over de te volgen (pedagogische) stappen en
  • een visie en beleid uitgewerkt worden omtrent seksuele gezondheid.

Via het Vlaggensysteem wordt duidelijk wat een gezonde seksuele ontwikkeling is bij kinderen en welke gedragingen daarbij horen. Aan de hand van verschillende criteria kan seksueel gedrag ingedeeld worden in vier categorieën, van ‘oké’ naar ‘helemaal niet oké’. De methode stelt vervolgens een passende reactie voor, waarmee rustig en goed overwogen gereageerd kan worden op concrete situaties.

Ieder kind is uniek

Op de boerderij wordt verder altijd ingespeeld op de situatie of op de behoeften van het kind. Ieder kind is uniek en heeft een aparte begeleidingsvorm nodig. Verschillende interventies worden daarom ingezet en hierbij wordt de creativiteit van de begeleiders uitgedaagd en gebruikt. Zo wordt bijvoorbeeld gebruikgemaakt van een emotiemeter om aan te geven hoe een kind zich voelt. Ook kunnen picto’s of de time-timer gebruikt worden. Verder worden er leuke-dingen-boeken gemaakt, die kinderen thuis kunnen bekijken, waardoor het omschakelen naar de boerderij makkelijker wordt. Verder kan een hoofd getekend worden en kunnen moeilijke dingen uit het hoofd ‘geschrapt’ worden, zodat het kind daar even niet aan hoeft te denken en zich weer beter voelt. Zo worden op de behoeften en mogelijkheden van het kind ingespeeld en wordt ieder kind op zijn of haar eigen wijze begeleid.